De grootste cryptocurrency exchange ter wereld, Binance, had onlangs aangekondigd bezig te zijn met het vormen van een ‘industry recovery fund’. Met dit herstelfonds is het van plan om crypto projecten te helpen die op het moment, door onder meer alle drama rondom FTX, in een liquiditeitscrisis verkeren.
Andere spelers uit de industrie die bereidt zijn om mee te helpen aan dit herstelfonds worden met open armen ontvangen door de CEO van Binance, Changpeng Zhao (CZ).
- Advertentie
- Bitvavo
Binance herstelfonds
In een interview met Bloomberg gaf CZ aan dat Binance ernaar streeft om $1 miljoen te vergaren voor het onlangs aangekondigde industry recovery fund. Mocht dat bedrag uiteindelijk niet genoeg zijn dan zouden ze dit meer willen toewijzen aan dit herstelfonds.
Verschillende spelers uit de industrie kunnen eenvoudig bijdragen aan het herstelfonds door fondsen te sturen naar een openbaar blockchain-adres. De CEO van Binance gaf aan dat mensen binnenkort een uitgebreide blogpost kunnen verwachten met alle details rondom het herstelfonds.
Ondergang FTX
In het interview met Bloomberg kon de ondergang van FTX natuurlijk niet genegeerd worden:
‘’Ik denk dat we als industrie FTX te groot hebben laten worden voordat we een aantal van die dingen in twijfel gingen trekken. Dus ik volg de aanpak waarbij we veel eerder vragen stellen. Het betekent geen aanvallen op een van onze industriegenoten. We willen gewoon meer transparantie en meer controle in de branche.’’
CZ verwacht dat er meerdere partijen nog om zullen vallen en FTX achterna zullen gaan, maar hij herhaalde dat de crypto-industrie als geheel zich geen zorgen hoeft te maken.
Zo kon je eerder lezen dat klanten van de enorme crypto-leenplatformen BlockFi en Genesis niet in staat zijn op hun fondsen op te nemen. Ze waren beiden genoodzaakt om opnames te pauzeren om een soort bank run te voorkomen. Er gaan geruchten dat voor beide partijen een faillissement al om de hoek zou zijn, maar Genesis heeft aangegeven dat er voor hen nog geen sprake is van een faillissement.
