Sam Bankman-Fried mag niet langer contact opnemen met werknemers van FTX en Alameda Research of gebruik maken van versleutelde communicatiemiddelen, zo oordeelde de U.S. District Judge Lewis Kaplan op woensdag. De beslissing van de rechter volgt op een poging van Bankman-Fried om “dingen uit te zoeken” met een potentiële getuige.
Bankman-Fried gebruikte Signal
De beperking werd ingesteld voor Bankman-Fried na de beweringen van afgelopen week, waarin werd gesteld dat hij in januari contact zocht met potentiële getuigen via het versleutelde berichtenplatform Signal. Op die manier hoopte Bankman-Fried waarschijnlijk de getuigen te beïnvloeden om zijn eigen zaak te versterken en mogelijk grotere straffen te ontlopen.
Dat plan is dus niet gelukt, want de rechter is inmiddels van het voorval op de hoogte. Dat resulteert nu niet alleen in een verbod voor Bankman-Fried om te communiceren met FTX-medewerkers, maar mogelijk ook in een hogere straf.
Overigens is het nog niet zeker dat de maatregel tegen Bankman-Fried definitief is. Beide kampen krijgen op 7 februari nog de kans om argumenten voor en tegen met de rechter te delen. Voor nu is de rechter echter van oordeel dat er voldoende bewijs is om de maatregel in ieder geval tijdelijk op te leggen aan de gevallen ondernemer.
Manipulatie van getuigen
De Federal aanklagers claimen dat het gedrag van Bankman-Fried mogelijk neerkomt op de “manipulatie van getuigen” toen hij contact opnam via Signal met de huidige General Counsel van FTX US. Laatstgenoemde is een persoon met nauwe kennis van het gedrag van Bankman-Fried in aanloop naar de implosie van FTX in november van het afgelopen jaar.
“Ik zou heel graag opnieuw in contact komen om te kijken of er een manier voor ons is om een constructieve relatie op te bouwen en elkaar te gebruiken als bronnen of op zijn minst om dingen met elkaar te bespreken,” zo schreef Bankman-Fried volgens de Amerikaanse aanklagers aan de General Counsel van FTX US.
Na de implosie van FTX werd Bankman-Fried redelijk snel gearresteerd op verdenking van acht financiële misdrijven in verband met de ineenstorting van het beursplatform. Op 3 januari pleitte hij “niet schuldig” aan de aanklacht en wacht hij nu op zijn proces, dat voor oktober 2023 op de planning staat.
