
De cryptocurrency-markt lijkt weer enigszins op te krabbelen sinds de grote duikvlucht eind 2018, maar raadslid van de Europese Centrale Bank, Ardo Hansson, ziet de markt nog steeds als een grote bubbel.
Tijdens een conferentie omtrent het vijfjarig bestaan van de euro in Letland noemde Hansson cryptocurrencies “een grote onzin”. De bubbel zou volgens hem al aan het knappen zijn, tenzij de markt een “nieuw soort evenwicht vindt”.
In het begin van 2018 vergeleek Hansson de crypto-gekte nog met de tulpenbubbel in de 17e eeuw. Hij verzekerde toen dat de bubbel geen gevaar voor de financiële stabiliteit in de wereld vormt. Hij zei toen:
De volumes zijn daarvoor te laag. Alleen als op grote schaal leningen worden afgesloten om massaal dergelijke activa te kopen, dan kan het een gevaar zijn. Momenteel is het echter meer een probleem voor beleggers en consumenten. Sommige mensen zullen waarschijnlijk veel geld verdienen, maar veel mensen zullen waarschijnlijk juist veel geld verliezen.
Veel media bestempelden Hansson’s uitspraken als “anti-Bitcoin”. Echter noemde Hansson Bitcoin niet bij naam, waarmee dus niet wordt bevestigd of hij zich specifiek tegen Bitcoin keert met zijn uitspraken.