Tether (USDT) staat opnieuw onder felle kritiek nadat een nieuwe studie het de schuld gaf voor Bitcoin-prijsmanipulatie in 2017, zo meldt The New York Times op woensdag, 13 juni.
Een paper, vrijgegeven op 13 juni door John M. Griffin en Amin Shams van de Universiteit van Texas, suggereert dat transactiepatronen aantonen dat Tether werd “gebruikt om prijsondersteuning te bieden en cryptocurrency-prijzen te manipuleren”.
De helft van de prijsstijging van Bitcoin in december 2017, toen de cryptocurrency een recordhoogte van bijna $20.000 bereikte, was expliciet te danken aan Tether en uitgever Bitfinex, beweren de onderzoekers.
Met behulp van algoritmen om de blockchain-gegevens te analyseren, merken we dat aankopen met Tether worden getimed na het inzakken van de markt en resulteren in aanzienlijke stijgingen van Bitcoin-prijzen.
Minder dan 1% van de uren met dergelijk zware Tether-transacties worden geassocieerd met 50% van de snelle stijging van Bitcoin en 64% van de andere top cryptocurrencies.
Tether is sinds eind vorig jaar routinematig onder verdenking gevallen nadat herhaalde releases van coins op de markt onmiddellijk een domino-effect op de Bitcoin-prijzen hadden.
De hypothese van Griffin en Shams is dit keer ook bij reguliere media terecht gekomen, waarbij publicaties de informatie aangrijpen om de vermeende ondoorzichtigheid van Bitcoin-markten aan te tonen.
Volgens de New York Times zou het onderzoek “waarschijnlijk een debat op gang brengen over hoeveel van de torenhoge winst van Bitcoin vorig jaar werd veroorzaakt door de geheime acties van een paar grote spelers, meer dan echte vraag van beleggers”.
Desondanks leken sommigen in de crypto-industrie het erover eens te zijn en onderzoeksbureau Chainalysis beweerde dat de resultaten “geloofwaardig” lijken.
Deze week haalde Tether zowel Monero als Dash in om de cryptocurrency met de twaalfde grootste marktwaarde te worden.
