Een lid van de raad van bestuur van de Federal Reserve benoemde dinsdag Bitcoin en andere cryptocurrencies om hun “extreme volatiliteit”, maar maakte tegelijkertijd duidelijk dat de nieuwe vorm van activa geen bedreiging vormt voor de stabiliteit van de Amerikaanse economie.
Lael Brainard, die ook deel uitmaakt van de commissie voor rentetarieven van de centrale bank, sprak een publiek toe in New York City:
Een gebied dat door de Federal Reserve wordt gemonitord, is de extreme volatiliteit die sommige cryptocurrencies hebben laten zien, bijvoorbeeld Bitcoin die in 2017 met meer dan 1.000 procent steeg en in de afgelopen maanden weer sterk gedaald is.
Brainard gaf aan dat cryptocurrency markten “belangrijke problemen voor investeerders en consumentenbescherming kunnen veroorzaken, en sommigen lijken bijzonder kwetsbaar voor witwaspraktijken”. Brainard waarschuwde verder individuele beleggers om zich bewust te zijn van de “mogelijke valkuilen van deze investeringen en de potentie van geld verliezen.”
Aan de andere kant betoogde Brainard dat cryptocurrencies waarschijnlijk geen “bedreiging zouden vormen voor de financiële stabiliteit”, aangezien de activa niet vaak worden gebruikt voor betalingen en er weinig aanwijzingen zijn dat beleggers grote bedragen hebben geleend om te beleggen.
Uit CoinDesk’s State of the Blockchain 2018 rapport bleek dat slechts 19 procent van de respondenten geld had geleend om cryptocurrencies te kopen en van degenen die dat deden, had meer dan de helft de schuld al terugbetaald.
De centrale bankier gaf ook aan dat de Federal Reserve in de toekomst meer aandacht zou besteden aan cryptocurrencies, door te zeggen:
Onze beoordeling van deze markten wordt beperkt door de beperkte transparantie, maar we zullen ze blijven bestuderen.
Elders wijdde Brainard een groot deel van haar speech aan traditionele activaklassen zoals aandelen en obligaties, waar ze van zei dat prijzen “bijzonder vatbaar kunnen zijn voor een onverwachte ontwikkeling”, zoals het versnellen van de inflatie. Toch bestempelde zij de algehele risico’s voor de financiële stabiliteit als “gematigd”, als gevolg van financiële hervormingen die na de crisis van 2008 werden ingevoerd.
