Foto: 4K_HEAVEN / Shutterstock.com
Het moge wel duidelijk zijn; ECB-baas Christine Lagarde is geen fan van bitcoin. De aanvoerster van het Europese geldbeleid heeft ‘s werelds grootste cryptomunt meerdere malen ‘waardeloos’, ‘speculatief’ en ‘zonder onderliggende waarde’ genoemd. Daar is ze ook zeker niet de enige in – nu de bitcoin koers weer zakt, zit de gemiddelde conservatieve econoom te smullen met popcorn.
Zo werd ook mijn collega-columnist Jordy den Toom ‘op zijn plek gezet.’ Hij wilde met haar een (terechte) discussie beginnen over haar veronderstellingen rondom bitcoin. Bitcoin is inmiddels een behoorlijk bedrag waard, wordt nu ook ingekocht door Wall Street en wordt steeds meer vergeleken met ‘digitaal goud.’ Maar in plaats van hem fatsoenlijk zijn punt uit te laten werken, moest hij zich gelijk verantwoorden. ‘Wat denk je dan zelf, dat bitcoin waard is?’.
De discussie heeft helaas nooit mogen plaatsvinden. Maar we hebben altijd het schrift nog!
Een lastige vraag en een verworpen antwoord
Jordy gaf zelf in zijn column aan dat hij zijn antwoord op deze vraag wat beter had willen uitwerken. Dat hij er een sterk en stellig antwoord op had willen geven, met goed onderbouwde argumenten over de potentie als waardeopslag en de huidige koerswaarde. Maar voor de gemiddelde kijker lijkt het erop dat hij die kans niet eens krijgt; hij wordt middenin zijn verhaal afgekapt, zodat Lagarde zichzelf een schouderklopje kan geven voor haar inflatiebeleid.
Normaliter heb ik veel respect voor Lagarde. Ik waardeer haar monetaire beleid en vind dat ze haar rol goed vervult in het kader van ‘klassieke econoom van een centrale bank’. Maar ik vond dit geen eerlijke en respectvolle discussie.
Daarom geef ik je een stok achter de deur, Jordy. Naast jouw eigen argumenten over de waarde van bitcoin, geef ik je hier een zorgvuldig uitgewerkt argument over de échte waarde van bitcoin – eentje waar je misschien nog niet aan gedacht had.
De waarde van bitcoin heeft niets te maken met ideologie
‘Wat is dan de waarde van bitcoin?’ is niet bepaald een vraag waar je ad rem een weerwoord op hebt. Je kan niet zomaar zeggen ‘75.000 euro’ en dan verwachten dat Lagarde haar duim opsteekt en je vriendelijk bedankt. Ze wil de onderliggende waarde weten, alhoewel zij er zelf van verondersteld is dat die niet bestaat.
Veel mensen zullen dan een ideologisch verhaal beginnen. Dat bitcoin waarde heeft omdat het decentraal geld is, voor iedereen beschikbaar is, en geen censuur kent. Dat de munt het onbetrouwbare bankensysteem achterwege laat, en de inflatiegevoelige monetaire beleidsvoeringen van centrale banken buitenspel zet.
Anderen wijzen op de waarde als oppotmiddel. Van bitcoin zijn er maximaal maar 21 miljoen. Dus als er meer euro’s worden bijgeslagen, wordt bitcoin relatief meer waard. Hardcore bitcoiners zijn daarom van mening dat de waarde van bitcoin oneindig groot is – het zou alleen maar omhoog kunnen.
En dan heb je nog een groep die simpelweg zegt: ‘kijk zelf maar’. Ze wijzen naar de cijfers – bitcoin is groter dan Facebook, met een totale waarde van 1,5 biljoen euro. Alsof dat alles direct zou rectificeren.
Persoonlijk denk ik dan – waarom maakt men het zichzelf zo moeilijk? Zo wordt de crypto industrie nooit serieus genomen. Veel van deze argumenten lijken namelijk te falen als men vraagt: ‘waarom bitcoin?’. Er zijn genoeg andere digitale muntjes op de markt gebracht. Veel memecoins hebben ook een select aantal stuks, en kunnen ook als betaal- en oppotmiddel worden gebruikt.
Als die memecoins uiteindelijk naar nul gaan, dan hoor ik die bitcoiners zeggen: ‘zie je wel, die shitcoins zijn pure speculatie – ze hebben allemaal geen onderliggende waarde.’ Alsof hun eigen bitcoins zoveel beter zouden zijn. Je kan zeggen wat je wil, maar bitcoin blijft wel gewoon een digitaal ‘verzonnen’ muntje dat in zijn beginjaren nog niet bepaald serieus werd genomen.
De échte onderliggende waarde van bitcoin
Onderliggende waarde hebben, lijkt dus veel uit te maken bij de professionaliteit van een asset. Men wil onderpand zien, anders vertrouwen ze het niet. Veel uitgevers van valuta gebruiken andere assets om hun eigen asset te kunnen onderbouwen. Veelgebruikte producten zijn edelmetalen, staatsobligaties en andere schuldbewijzen.
Vandaag de dag is dit systeem echter een stuk minder relevant geworden. Centrale banken kunnen vrij geld bijdrukken, en dat hebben we te danken aan president Richard Nixon, toen hij in 1971 de ‘gouden standaard’ afschafte. Maar dat is een onderwerp voor een andere keer.
Veel instanties gebruiken dus staatsobligaties, goud, etc. Maar wat is dan het ‘onderpand’ van bitcoin? Is er een andere asset die bitcoin waarde geeft? Jazeker, die is er. Maar het is niet wat je denkt. Here it comes. Het is energie. Energie in de vorm van elektriciteit. Bitcoin is niet alleen een digitale munt, het is gedigitaliseerde elektriciteit.
Wat bedoel ik daarmee? Nou, bitcoin miners maken elke dag nieuwe munten, en daar hebben ze een hoop elektriciteit voor nodig. In de begindagen van bitcoin, toen je nog met je laptopje kon minen, was dit vrij verwaarloosbaar. Maar tegenwoordig praten we over gigantische datacenters die talloze computers de hele dag laten rekenen.
Een rekensommetje voor bitcoins waarde
De hele industrie wordt erop geschat 160 terawattuur per jaar te consumeren. En na de laatste halving, komen er pak ‘em beet 164.250 bitcoins (450 per dag x 365) per jaar bij. Dat betekent dat één bitcoin dus gelijkstaat aan ongeveer één gigawattuur.
Die elektriciteit kan zijn gemaakt met gas, geothermie, waterkracht, maar dat maakt allemaal verder geen verschil. Voor één bitcoin was simpelweg één gigawattuur nodig, en die is nu verdwenen – gedigitaliseerd in de vorm van een valuta. Hoe graag we het ook zouden willen, die gigawattuur om rekenkracht te genereren krijgen we nooit meer terug. En dat geeft bitcoin behoorlijk wat onderpand, want elektriciteit is veel waard vandaag de dag.
Een gigawattuur staat gelijk aan duizend megawattuur, en een miljoen kilowattuur. De gemiddelde prijs van elektriciteit wereldwijd staat gelijk aan 0,170 dollar per kilowattuur. Dat zou dus betekenen dat één bitcoin 170.000 dollar aan energie waard is. Behoorlijk goed nieuws voor de gemiddelde bitcoin investeerder.
Wie nu denkt – ‘mooi, dan heb ik mijn bitcoin met een forse korting kunnen krijgen’ – je moet wel even verder lezen. Het is natuurlijk niet zo simpel. In de praktijk ligt het een stuk genuanceerder. Die gigawatturen zijn waarschijnlijk verbruikt in landen waar de energieprijs een stuk lager ligt. In Libië bijvoorbeeld, waar veel (illegaal) gemined wordt, is de elektriciteitsprijs maar 0,007 dollar. Dat zou bitcoin een waarde geven van 7.000 dollar.
Toch blijft het punt staan. Eén bitcoin is, en blijft, gelijk aan één gigawattuur, waar je ook bent ter wereld. Het is een fijn gevoel dat bitcoin tenminste een echte minimale waarde lijkt te hebben. En het mooie is – elektriciteit is in vele opzichten hetzelfde als goud. Het is een mondiaal goed, voor iedereen bruikbaar, en je kan het met iedereen uitwisselen. Niet voor niets, dus, dat elektriciteit vaak ‘het nieuwe goud’ genoemd wordt.
Dus Jordy, mocht je ooit nog eens een keer opnieuw ondervraagd worden door de president van de Europese Centrale Bank (ik acht de kans niet zo groot) dan kun je antwoorden dat bitcoin goud als onderpand heeft. Een nieuw soort goud, waar mensen hun mobieltjes mee opladen en hun auto’s laten rijden.
‘Bitcoin waardeloos?’ Dan mag Lagarde haar eigen beleid gaan heroverwegen. Bitcoin hééft tenminste onderpand – dat kan ze niet bepaald zeggen van haar eigen euro’s. Een hele gigawattuur nog wel! Als ze dat niet relevant vindt, dan zou ik haar adviseren eens even serieus te gaan kijken of haar eigen zonnepanelen niet bij het grofvuil horen. Bedankt voor het lezen, en tot de volgende column!
–
💬Tip van de redactie: Volg de podcast ‘De Cryptotafel’ op Spotify voor het belangrijkste cryptonieuws, scherpe analyses en gesprekken met experts uit de markt. Zo blijf je eenvoudig op de hoogte van wat er écht toe doet in de wereld van crypto en economie – zonder ruis of overbodige informatie.